dinsdag 15 september 2009

De geschiedenis van de kopieermachine

Volgens de geschiedenis heeft James Watt de kopieermachine uitgevonden. Het eerste patent werd aan hem uitgereikt ergens midden 1781. Uit het patent bleek al snel dat het principe van het kopieren simpel en makkelijk uitvoerbaar is. In het begin deed men het origineel document beschrijven met een inkt dat op gelatine lijkt. Daarna deed men dit voorbewerkt document leggen tegen vochtig kopieerpapier. Men deed dan de volgende stap. Deze 2 tesamen door 2 rollen persen. De inkt van het origineel werd dan door het kopieerpapier geperst zodat het aan de andere kant zichtbaar werd. Hierdoor kreeg je wel bleek uitziende afdrukken. Maar verbeteringen in de gebruikte inkt zorgde al snel voor betere resultaten. Zo werd men in de mogelijkheid gesteld door het inzetten van inkt meerdere afdrukken te krijgen uit een exemplaar. Het dupliceren kon steeds beter uitgevoerd worden. Men kon al van 1 exemplaar 1 kopie maken. Nu had men de mogelijkheid van 1 exemplaar meerdere kopien te maken.

Een beperking aan deze manier van kopieren was het feit dat men alleen de verse (natte geschreven) documenten in aanmerking kon laten komen om kopien te maken. Rond 1840 kwam men op het idee om kopien te maken door het gebruik van lichtgevoelig papier. Deze technieken stonden als basis voor de ontwikkeling van nieuwe technieken. Blueprinting is hier uit voortgekomen maar ook de Photostat-machine van Kodak.

De allereerste kopieermachines noemde men de zogenaamde natkopieerders. Het papier kwam nat uit de machine door het gebruikte vloeistof waar het papier mee werd behandeld. Daarna moest het papier dan nog drogen. Deze kopie�n kon je niet goed bewaren en dus niet echt inzetbaar voor archief. De tekst vervaagde, de vellen papier gingen makkelijk aan elkaar kleven. Door de invloed van daglicht veranderde de kopie in paars.

Chester Carlson was een Amerikaanse advocaat die in 1937 de eerste droge kopieermachine had uitgevonden. Het schijnt dat meer dan 20 bedrijven zijn idee afwezen. In 1944 vond hij eindelijk een partner in de vorm van Haloid die deze techniek wel zag zitten en wilde doorontwikkelen met hem.

Carlson vond de technische wetenschappelijke benaming maar niets. Hij droeg een universiteit op een term te bedenken die taalkundig gemakkelijk te voeren is. Uiteindelijk kwam de universiteit het een woord afgeleid van het Grieks �Droog schrijven� wat resulteerde in xerografie.. In 1948 deed Haloid Xerox als handelsnaam inschrijven. Sommige Amerikanen noemen kopieren ook wel Xeroxing. In 1949 kwamen dan eindelijk de eerste commerciele kopieerapparaten voor de consument op de markt. Deze droge kopieermachine werkte op basis van statische elektriciteit.

Ben je geinteresseerd in adinets, lees er meer over op de link in dit artikel.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten